Propaan

Home | Propaan

Dijksma Koudetechniek levert koelinstallaties met het natuurlijke koudemiddel propaan. Het is belangrijk dat u als (toekomstig) eindgebruiker en verantwoordelijke voor het systeem de eigenschappen en gevaren van uw installatie kent. U dient veiligheidsmaatregelen te treffen en uw medewerkers en bezoekers goed te informeren.

Begin tijdig met het in orde maken van vergunningen, instructie- en veiligheidsdocumenten. Tref de juiste voorzorgsmaatregelen zodat u de veiligheid van uw installatie, uw medewerkers en bezoekers waarborgt. Bij in gebruikstelling zal u de toetsing van een keuringsinstantie dan ook goed doorstaan.

Om u te helpen, hebben we een aantal aandachtpunten op het gebied van veiligheid samengevat. Dit is géén volledig of juridisch document, maar een instructie voor dagelijks gebruik. 

Eigenschappen van propaan

Propaan is een geurloos gas, zwaarder dan lucht. Het ‘valt’ dus naar beneden en vormt een deken van gas die boven de grond zweeft. Een lek in de installatie is gevaarlijk vanwege de bevriezingsverschijnselen die het opwekt op het lichaam. Daarnaast ontstaat zeer snel een explosieve omgeving.

Propaan is zeer licht ontvlambaar. Een brand in of bij installatie kan dus zeer gevaarlijk zijn. De installatie staat onder druk. Om te voorkomen dat deze te hoog wordt, is er een veerveiligheid aangebracht die periodiek gecontroleerd en onderhouden moet worden (norm EN 378).

Een propaan-installatie heeft ook altijd een CO2-gedeelte. Voor het CO2 gedeelte geldt aanvullende, specifieke informatie.

Aandachtspunten op het gebied van veiligheid: 

Algemeen

  • Propaan is geurloos en explosief. De installatie heeft beveiligingen die aangeven of er een gevaar is. Let daarom altijd goed op de signalen die de detectieapparatuur geven, verlaat de omgeving van de installatie en volg de veiligheidsinstructies op.
  • Vooral met roken en open vuur is het altijd belangrijk om gezond verstand te blijven gebruiken. In de nabije omgeving van de container en machinekamer mag niet gerookt worden of open vuur gebruikt worden. Dus ook een gewone boormachine of slijptol gebruiken is niet toegestaan vanwege het explosiegevaar.
  • Een propaan-installatie is altijd een buitenopstelling. De continue ventilatie zorgt voor buitenluchtcondities in de container.
  • Voor de installatie geldt de richtlijn ATEX 137 gevarenzone-indeling. Zorg ervoor dat u deze kent en dat u passende maatregelen neemt om er voor te zorgen dat u en medewerkers binnen deze zones veilig werken. In principe zijn de machinekamer en de nabije omgeving een zone 2 voor de ATEX 137 indeling.

Signalering en detectie

  • De detectie van de installatie geeft een flitslamp-alarm bij 400 ppm.
  • Bij 800 ppm wordt de installatie uitgeschakeld en gaat er een akoestisch alarm af. Wanneer dit gebeurt, moet iedereen de ruimte zo spoedig mogelijk verlaten.
  • Bij 1000 ppm geeft de detectie zelf (zonder tussenkomst van de besturing) een noodstop door aan de installatie.
  • De installatie heeft een lampentoren. Zorg ervoor dat u de betekenis van de lampen kent en duidelijk communiceert naar bezoekers en medewerkers.

Noodstopsysteem

  • Een noodstop kan handmatig worden bediend door middel van de rode knoppen bij vluchtdeuren en op de schakelkast.
  • De noodstop wordt automatisch ingeschakeld door de detectie van de installatie, bij een hoge concentratie propaan.
  • Controleer bij het bedienen van een noodstop of;
    – akoestische en optische alarmeringen worden ingeschakeld
    – eventuele noodafsluiters worden afgesloten
  • De noodstop wordt alleen gereset door bevoegd personeel.

EVD: explosieveiligheids document

  • Voor uw installatie bent u verplicht om een EVD te laten maken en bij wijzigingen aan te laten passen.
  • De Arbowet verplicht de werkgever een EVD op te stellen indien er explosiegevaar bestaat.
  • Met een EVD brengt u eventuele explosiegevaren in kaart en geeft u aan;
    – waar binnen uw bedrijf risico’s aanwezig zijn
    – welke technische maatregelen u heeft genomen om deze risico’s op te heffen of te reduceren tot een acceptabel niveau
    – met welke organisatorische maatregelen de restrisico’s op een acceptabel niveau blijven
  • De EVD bevat tenminste een gevarenzone-indeling volgens de richtlijnen van ATEX 137.
  • Een EVD wordt opgesteld op bedrijfsniveau. Ook een propaantank of andere installaties horen hier in te staan.
  • Een EVD kan worden gemaakt door hierin gespecialiseerde adviesbureaus zoals bijvoorbeeld Energie Consult Holland (www.energieconsult.nl).

Instructies van bezoekers en medewerkers

  • Bedienend personeel (operators) van de installatie moeten voldoende zijn geïnformeerd en opgeleid.
  • Niet-opgeleid (competent) personeel heeft een verbod op toegang van de machinekamer en container.
  • De machinekamer is verboden toegang voor onbevoegden.
  • De overige ruimtes (koelcellen en verwerkingsruimtes) zijn alleen voor mensen toegankelijk die geïnstrueerd zijn over:- vluchtwegen
    – vluchtplan, verzamelplaats
    – hoe de signalering werkt
    – wat ze moeten doen als de signaleringen afgaan of wanneer ze zelf propaan signaleren
  • Het wordt aanbevolen om dagelijks een inspectieronde te doen. Zorg er voor dat u de geluiden van de installatie leert kennen, zodat u eventuele problemen vroegtijdig signaleert.
  • Houd de toegangsdeuren van de container of machinekamer altijd op slot.
  • Instructies en maatregelen bij calamiteiten horen jaarlijks te worden geoefend.
  • Denk bij bezoekers niet alleen aan eigen medewerkers, maar denk ook aan schilders, dakdekkers en andere derden die voor u werken.
  • In de NPR 7600 zijn alle maatregelen en risico’s goed beschreven, neem hier notie van en wees zorgvuldig in de uitvoering.

    Machinekamer ventilatie

    • De machinekamer / container heeft een continue luchtverversingsinstallatie. Deze zorgt voor buitenluchtcondities in deze ruimte, zodat er nooit een explosief mengsel kan ontstaan. Met een drukverschilmeting wordt het systeem gecontroleerd op goede werking. Bij bijvoorbeeld een defect in de ventilator, gaat de groene lamp uit. Dan is het niet meer toegestaan om de ruimte te betreden.

      Brandblussysteem

      • Bij uw systeem is een poederblusser van het type 43A/233B nodig.
      • Laat de blussers tijdig keuren en onderhouden, zodat ze in geval van een calamiteit bruikbaar zijn.

      Voor volledige regelgeving met gedetailleerde informatie verwijzen we naar de richtlijn NPR 7600.

          Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen?

          Vult u dan het offerteformulier in,
          dan nemen wij spoedig contact met u op.